-
1 blood
n. bloed; vijandschap, haat--------v. aderlatenblood1[ blud] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bloed2 temperament ⇒ aard, hartstocht3 bloedverwantschap ⇒ afstamming, afkomst♦voorbeelden:have blood on one's hands • bloed aan zijn handen hebben klevenin cold blood • in koelen bloedeinfuse new blood into a firm • een firma nieuw leven inblazenget someone's blood up • iemand razend makenit makes your blood boil • het maakt je razendlet blood • aderlatenneedless shedding of blood • nodeloos bloedvergietenbe out for someone's blood • iemands bloed willen zienof the blood (royal) • van adellijken/koninklijken bloede/huizebring in fresh blood • vreemd/vers bloed inbrengenbe/run in one's blood • in het bloed zitten¶ taste blood • succes proeven/ruiken————————blood2〈 werkwoord〉1 de vuurdoop laten ondergaan ⇒ laten kennismaken met, inwijden -
2 it makes your blood boil
-
3 dol
dol1〈de〉————————dol2♦voorbeelden:dolle vreugde • joie délirantedol verliefd zijn op iemand • être (amoureux) fou de qn.ben je dol? • tu es fou?dat geluid maakt mij dol • ce bruit me rend foute dol om los te lopen • vraiment trop fortdol op iemand zijn • aimer qn. à la foliedol op iets zijn • adorer qc.dol van de pijn • fou de douleurdoor het dolle heen zijn • être déchaîné
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский